Dakbomen worden zo genoemd omdat ze als het ware een dakje boven je hoofd vormen, als een parasol. De bomen worden zo gekweekt dat ze vanzelf in een horizontale dakvorm groeien. Deze natuurlijke vorm van overkapping is het hele jaar door mooi en een goed alternatief voor een parasol. De zogenaamde parasolboom zorgt namelijk voor wat verkoelende schaduw in de zomer. De aangename koelte van het groene bladerdak maakt deze dakbomen op een terras zo populair. En in de winter is er voldoende licht op je terras als de dakboom zijn blad verliest.
Om dakbomen ook voor een kleine tuin geschikt te houden, dienen ze ieder jaar gesnoeid te worden. Afhankelijk van de soort dakboom die je kiest, dient dit in het vroege voorjaar of in het najaar te gebeuren. De dakplataan bijvoorbeeld dien je in het voorjaar voor het uitlopen te snoeien, de blauweregen na de bloeiperiode, eind oktober. Op deze manier behoud je de gewenste dakvorm.
De stevige, horizontaal geleide takken laat je zitten. Die hoef je alleen te knippen als ze te lang worden. Je knipt enkel de jonge twijgen uit de basistakken, die wijzen naar boven, bij de basis af. Wees niet bang dat je ze te kort afknipt! Soms moet je in juni de nieuwe scheuten nog een keer licht snoeien.
De dakplataan is een dakboom die iedereen waarschijnlijk wel kent. Er zijn echter nog zoveel andere soorten, ook groenblijvende dakbomen. De meeste dakbomen hebben een hoogte van zo’n 240 cm en een breedte van twee tot drie meter. Andere stamhoogtes zijn vaak ook mogelijk. Kies echter geen te lage boom, want daar kun je niet zo gemakkelijk onder zitten, en plant ze minstens drie meter uit elkaar. Een alternatief voor een dakboom is een leiboom of bolboom. Een aantal bijzondere dakbomen voor je terras:
- Blauweregen
- Toscaanse jasmijn
- Dakmoerbei
- Moeraseik dakboom
