De krentenboom, of amelanchier lamarckii, wordt zo genoemd omdat hij zwartblauwe besjes produceert die te eten zijn. Bovendien is het boompje met zijn witte bloesem een mooie verschijning. Met een beetje geluk bloeit hij zelfs drie of vier keer per jaar! De meerstammige krentenboom behoort als boom bij de rozenfamilie. Je herkent de krentenboom aan zijn lichtbruine tot grijsbruine bast en zijn langwerpige bladeren met een spitse punt. De takken hebben een opvallend viltige beharing.
In de periode april tot mei verschijnen er stervormige, witte bloemen in overhangende trossen in de boom. Deze worden vergezeld door verspreid staande bruine bladeren die van onderen ook behaard zijn. Het krentenboom blad wordt later donkergroen en glad aan de onderzijde en in de herfst koperrood. De eetbare krentjes groeien na de bloei, aan het einde van de zomer. Je kunt de zoete, sappige krenten ook gebruiken voor sap, jam, gelei en gebak. Ook vogels eten graag de besjes van de Amerikaanse en Drentse krentenboom die verwilderd in Nederland en België voorkomt. De krentenboom kan in hoogte uitgroeien tot wel 12 meter!
Een aantal populaire soorten krentenboom waarvan de vruchten eetbaar zijn:
- Japanse krentenboom: ook wel bekend als de hovenia dulcis, een kleine boom die maximaal twee meter hoog wordt.
- Krentenboom struik: deze struik met een fijne vertakking groeit uit tot een hoogte van zo’n 3,5 meter.
Een krentenboom in pot kun je het hele jaar door kopen. Van half oktober tot eind april kun je de krentenboom kopen met kale wortel en kluit. Omdat de amelanchier lamarckii winterhard is, kan hij de winter prima doorstaan. Zowel in de volle zon als in de halfschaduw kan de krentenboom goed gedijen, in een licht vochtige tot droge en kalkarme grond. In het najaar zou je de boom kunnen snoeien als hij te groot wordt. Plaats de eerste vijf jaar altijd een boompaal naast de krentenboom, om te voorkomen dat hij breekt bij harde wind.
